- vooruitgaan
- {{vooruitgaan}}{{/term}}1 [vóór het genoemde gaan] précéder2 [van tevoren gaan] partir à l'avance3 [voorwaarts gaan] avancer 〈ook figuurlijk〉4 [vorderingen maken] progresser♦voorbeelden:4 de zaken gaan vooruit • les affaires progressenter financieel op vooruitgaan • y gagner financièrement
Deens-Russisch woordenboek. 2015.